The goal of science is to build better moustraps    

The goal of nature is to build better mice (anonymus)

 

Cultuur is zeer vergankelijk. De oude romeinen dachten al een eeuwigdurende cultuur op poten te hebben gezet, maar nu graven we hun restanten op.

Cultuur lijkt ook voortdurend in strijd te zijn met de natuur, ieder het territorium bevechtend. Oude gebouwen worden, als onderhoud uitblijft, al snel door planten opgegeten. Funderingen verdwijnen voor je het weet onder meters diepe lagen aarde.

Als de spinnen niet voortdurend de deur uitgejaagd zouden worden, zouden ze binnen de kortste keren het hele plafond bedekken met webben. Op Victoria coach station (Londen) hoorde ik een keer het volgende omroepen :'Please do not feed the pigeons. We try to persuade them to find a better place elsewhere'.

Oftewel het lijkt er op dat we in een voortdurende strijd zijn om alles wat natuur is buiten ons cultuurgebied te houden.

Toch is dat onbegonnen werk. Voor planten en dieren is een stad een vreemd soort canyon-achtig gebergte waarin tal van mogelijkheden zijn. Voor mensen is een stad een plek waar zij zonder wild woekerende natuur willen leven.

Natuurlijk mag er een boom staan, alleen is het niet de bedoeling dat hij zomaar met zijn wortels de vorm van het wegdek herziet. Vogels zijn ook leuk, zolang de kat ze maar niet opeet. Eigenlijk houden mensen helemaal niet van natuur.

Vandaar dat echte woeste gronden in Nederland dan ook niet meer bestaan. Wat in Nederland resteert zijn enkel nog wat uitgebreide parken die met veel snoeiwerk geconserveerd worden in een bepaald stadium. Echte natuur is woest en vooral gevaarlijk. De westelijke hooglanden van Schotland zijn hier een goed voorbeeld van.

Toch kunnen mensen vreemd genoeg niet zonder natuur, niet alleen omdat ze zelf ook natuur zijn, maar ook als rustpunt in hun leven.

Dat is ook niet echt heel erg vreemd; de stad is een bijzonder prikkelrijke omgeving, waarbij het merendeel van de prikkels vormen van gevaar uitdrukken.
Het merendeel van de mensen die we in de stad tegenkomen behoort niet tot d eigen stam. Dus iedere keer is de vraag:”Vriend of vijand?”  Een tram die in zijn rails piept klinkt als een stervende grazer, klem in de kaken van een roofdier.  Een auto klinkt als het grommen van een vleeseter.   Oftewel, de stad is overvol met gevaren en signalen die gevaar uitdrukken.  Wat dat betreft is de niet stedelijke natuur een oase van rust.

Ik beoog met deze site niet een donderpreek te houden, maar hoogstens wat vreemde tegenspraken zichtbaar te maken, kruispunten waar cultuur en natuur met elkaar botsen of juist vloeiend in elkaar opgaan. Het geheel van mijn werk laat zich dan ook het best kennen als een rariteitenkabinet, waarin mythologie, evolutiebiologie en fantasie dwars door elkaar heen lopen.